Onderdrukbarotrauma

Bij het afdalen neemt de omgevingsdruk toe.

Als luchthoudende lichaamsholten voor of tijdens het afdalen afgesloten raken, zal de druk in deze holten lager worden dan de omgevingsdruk.  Om dit drukverschil te compenseren zal het volume van deze holten kleiner moeten worden (p x V = C).  Als klaren niet lukt, zal de “lucht onder onderdruk” trachten binnen te dringen. Lukt dit niet via natuurlijke weg, dan zuigt dit bloed en weefselvocht aan; wij spreken dan van onderdrukbarotrauma of squeeze.

SQUEEZE (ALGEMEEN)

Het Engelse woord squeeze is afkomstig van “to squeeze”, hetgeen “samenpersen betekent.

Squeeze treedt op wanneer in één van de lichaamsholten een relatieve onderdruk ontstaat ten opzichte van de omgevingsdruk. Veelal wordt dit veroorzaakt doordat de nauwe verbindingskanalen naar de neus/keelholte verstopt zijn ten gevolge van opgezette slijmvliezen.

De ontstane onderdruk veroorzaakt pijn en een aanzuiging van bloed en weefselvocht.

Bloedingen die hierbij kunnen ontstaan veroorzaken een verhoogde kans op infectie, omdat dergelijke met bloed en weefselvocht gevulde holten een ideale kweekplaats voor allerlei bacteriën vormen.  Deze verschijnselen kunnen al door een klein drukverschil veroorzaakt worden.Soms is een drukverschil van 0,05 tot 0,07 bar al voldoende.