Stikstofnarcose
Stikstofnarcose wordt ook wel ‘duikersdronkenschap’ genoemd. De symptomen lijken namelijk erg op die van dronkenschap. Hoe dieper je duikt hoe eerder je dronken van de stikstof kan worden. Zodra de druk weer lager wordt (opstijgt), verdwijnt de narcose direct.
Hoe komt het?
De precieze oorzaak van stikstofnarcose is nog niet bekend. De meeste theorieën komen op hetzelfde neer. Zij gaan ervan uit dat de stikstof, die onder druk gemakkelijk oplost in lichaamsvloeistoffen, in het weefsel rond de zenuwen problemen veroorzaakt. Dit weefsel is vettig, en dus een ophoopplaats voor oplosbare stoffen zoals bijvoorbeeld zuurstof. Als hier stikstof voor in de plaats komt kan dit invloed uitoefenen op de impulsen die door de zenuwbanen verstuurd worden. Hierdoor kan het gedrag van een mens veranderen.
Wat merk je zelf?
Hoe je reageert op stikstofnarcose, en wat je ervan voelt, verschilt van mens tot mens. Sterker nog, het kan bij dezelfde persoon op verschillende momenten zeer verschillend zijn. Vaak wordt het vergeleken met dronkenschap, omdat veel van de symptomen op elkaar lijken.
De meest voorkomende symptomen zijn:
- Star denken
- Verlies van korte termijngeheugen
- Slecht beoordelingsvermogen
- Vals gevoel voor veiligheid
- Geen oog voor veiligheid
- Geen aandacht bij een bepaalde taak kunnen houden
- Euforie
- Overdreven enthousiasme
- Slaperigheid
- Extreme spanning
Deze symptomen treden vrijwel nooit allemaal op, meestal heeft een duiker van één of twee van deze zaken last bij stikstofnarcose.
Wat merkt een ander?
Omdat je altijd met een ander duikt, is het belangrijk dat je ook bij een ander kunt zien of hij stikstofnarcose heeft. Immers, bij jezelf heb je het vaak niet door.
De tekens die je kunt zien, zijn hetzelfde als bij dronkenschap. Namelijk:
- Ongepast gedrag
- Aandacht nergens bij kunnen houden
- Langzaam denken
- Geen oog voor veiligheid
- Afwezigheid
Waar ligt het gevaar?
Stikstofnarcose is op zichzelf niet gevaarlijk, maar de gevolgen kunnen onder water veel gevaar met zich meebrengen.
- vergeten je luchtvoorraad te controleren,
- tijd- en dieptelimieten uit het oog verliezen
- vergeten uit te trimmen.
- slechter problemen inschatten.
- niet in staat zijn om problemen op te lossen.